Kinderen van de maan - hoofdstuk III

in dwarsligger •  8 years ago  (edited)

[Nota Bene: hoofdstuk 3 van mijn eerste 'dwarsligger'. Overeenkomsten met personen en situaties berusten op puur en louter samenloop van omstandigheden. Kopie-rechten @oaldamster. Blokchain publicatie voor Steem ON Graphene {SONG}]

Zelfstandig of onafhankelijk?

“Je mag anderen gerust om hulp vragen.”, het is weer donker en in mijn hoofd is weer haar stem. “Ik was je kwijt.”, stamel ik zacht. “Je wilt alles alleen doen, dan krijg je dat.”, klinkt het bits. En ik ben even stil en denk na over haar woorden. “Er is een groot verschil tussen onafhankelijk willen zijn of zelfstandig leven.”, haar stem klinkt nu weer fluweelzacht, alsof ze mij zojuist iets heeft vergeven.

“Hè? Dat is toch precies hetzelfde?”, weer heb ik het gevoel dat ik haar niet begrijp en ben toch wel ergens bang voor haar reactie. “Onafhankelijke mensen, of zij die menen dat te zijn, willen niemand nodig hebben, geloven dat ze zo ook kunnen leven.” Denk dat ik haar daarin nog kan volgen en vraag: “En hoe is dat bij iemand die zelfstandig leeft?”

“Die weet dat je ook afhankelijk bent van andere mensen als je zelfstandig wilt leven en dat dit prima is.” Mijn hersenen draaien nu op volle toeren. “Dat laat ik even op mij inwerken...”, zeg ik eerlijk. “Zonder individu geen gemeenschap, zonder gemeenschap geen individu.”, en ik hoor hoe ze zelf moet lachen om haar woordspeling. “Onafhankelijke individuen geloven dat ze alles alleen kunnen doen in dit leven, wantrouwen iedereen, kunnen moeilijk om hulp vragen.” Nu klinkt ze weer verwijtend naar mij toe.

Het regent buiten, ergens in de verte kondigt een vroege vogel de lente aan. De winter nadert zijn einde. Afgelopen nacht heb ik weer slecht geslapen, weer een nummer in mijn hoofd dat zich bleef herhalen. Het ging over hoe ieder einde een begin heeft. En dat herhaald tot in den treuren. Lig op mijn rug en staar naar het plafond. Telkens als ik mij beweeg kraakt en piept het bed. Het is hier warm en toch heb ik het koud.

Aan de doorschijnende gordijnen kan ik zien dat het ochtendlicht langzaam opkomt. Het zal tegen 7 uur zijn. Nog even en dan gaat het wekkertje, het heeft een ultiem irritant geluid. Wil nog wel slapen, maar het lukt gewoon niet. Verveeld gaap ik en rek mij uit.

“Je ontwijkt de waarheid!”, terug in de duisternis klinkt haar stem als een luide schreeuw. “Wiens waarheid, die van jou, of die van mij!”, roep ik zo hard ik kan terug. “Jouw eigen waarheid Kobus...”, hoor ik nog zacht en daarna is het akelig stil in deze duisternis. Het voelt eenzaam, alleen, wil helemaal niet onafhankelijk zijn, ben ik dat geworden? Wil samen leven, delen, ontvangen en geven.

Als ik mijn ogen open dringt het tot mij door dat ik in het ziekenhuis lig. Een kamer met een zestal bedden. Door het raam zie ik de Winschoter toren en de achterkant van wat eens de bioscoop was. Mijn hoofd doet pijn, het pulseert, mijn neus voelt beurs. Het licht van buiten voelt wat onaangenaam. Aan de rand van mijn bed staan mensen die ik niet ken. Kan ze niet verstaan.

Ze praten over mij, dat kan ik opmaken uit de gebaren en de manier van bewegen. Krijg een glimlach van een dame in het gezelschap, ze zegt iets tegen mij, maar ik kan er geen touw aan vast knopen. Nu kijkt ze zorgwekkend en ik haal mijn schouders op.

Naast mij ligt een man, grijze haren, veel rimpels in zijn gezicht. Eigenlijk ziet hij er te oud uit voor de leeftijd waar ik hem op schat. Hij heeft een lege blik in zijn ogen als hij mij aankijkt. Oei, zie heel veel verdriet, begrijp nu hoe het komt dat hij er zo geleefd uitziet.

Mijn bed ligt aangenaam. Voor mij op de enige tafel in deze kamer staan bossen bloemen. Vanaf het bed aan de overkant wordt ik aangestaard alsof ik diegene behoor te kennen. Herken niemand hier eigenlijk, dus waarom zou ik hem herkennen? De vrouw die mij de aardige glimlach schonk komt nu dichter naar mij toe en maakt aanstalten om mij te kussen. WOW, even afstand houden dame! Rustig duw ik haar op afstand en voel hoe dat pijn doet.

Ze kijkt mij aan met tranen in haar ogen en spreekt in een voor mij onverstaanbare taal. En weer trek ik voorzichtig mijn schouders op. Doe mijn best om duidelijk te maken dat ik niet weet wie ze is. Voel dat ze mij vast wil pakken, alsof ik haar heel goed ken. Maar hoe ik ook mijn best doe, ik herken haar niet als iemand die mij zo vertrouwd is dat ze mij vast mag pakken.

Hevig gebarend praat ze tegen de man naast haar, af en toe mijn kant op kijkend. Hij blijft de rust zelve, moet wel een dokter zijn, vermoed ik. Kijk naar mijn linkerhand en zie daar een gouden ring om mijn ringvinger. Vriendschapsring? Of misschien een trouwring? Het ontbreekt mij aan kracht om het af te doen en te kijken of er iets in gegraveerd staat.

Weer terug in de duisternis. “Je hebt mij laten vallen.”, ze is terug. “Ik ken je niet, dus hoe heb ik je dan laten vallen?”, antwoord ik lichtelijk geërgerd. En ik voel hoe haar warme hand de mijne vastpakt. Het is alsof haar aanraking mijn hele lichaam verwarmd. “Als je dat doet dan voelt het alsof ik je al heel lang ken en waanzinnig veel van je houd.”, stamel ik onzeker en verward. Er lopen tranen over mijn wangen.

Ze laat mijn hand met een schok los, alsof ze schrikt. “Wat is er? Heb ik iets verkeerds gezegd? Blijf alsjeblieft wel bij me...” Nog steeds geen idee wie zij is en waarom ik hier ben. Wat is echt? Deze duisternis, het ziekenhuis, de kroeg? De wandeling buiten?

Woest smijt ik klodders verf op het doek voor mij. Met het paletmes smeer ik het wild naar alle kanten. Pak zaagsel, zandgruis en stof van de ateliervloer en smijt het op de dikke klodders verf op het doek. Het voelt alsof ik op ontploffen sta. Smijt het grote doek van de ezel af op de grond. Met de verfzijde naar beneden schop ik er hard tegen aan. Het schiet naar de ander kant van de ruimte en komt tegen de muur tot stilstand. Een spoor van verf achterlatend op de vloer.

Langzaam slenter ik door de verfspoor richting het schilderij. Als ik naar beneden kijk zie ik dat ik op blote voeten loop. De resten verf kruipen tussen mijn tenen omhoog. Het kan mij niet boeien. Als ik het schilderij heb omgedraaid zie ik daarin een bizar verminkt zelfportret. Verbaast staar ik naar de afbeelding voor mij. Dan ram ik hard met mijn vuist dwars door mijn zelfbeeld heen en smijt het doek in de hoek van het atelier.

De zon schijnt in de tuin achter het atelier. Het is een prachtige tuin vol in bloei...
...

Hoofdstuk 1 - Wat er aan vooraf ging
Hoofdstuk 2 - Dit wordt een lange nacht
Hoofdstuk 3 - Zelfstandig of onafhankelijk

Dit is voorlopig het laatste hoofdstuk, wordt vervolgd...?




artwork cc-by-sa @oaldamster

  • 50/50 uitbetaling, opdat de schoorsteen ook deze winter moge blijven roken.
Authors get paid when people like you upvote their post.
If you enjoyed what you read here, create your account today and start earning FREE STEEM!
Sort Order:  

@oaldamster, probeer maar om een post per dag te doen
het is wat lang en 2 posten kan wel te veel -
Ik ga wek terug de 2de lezen want het is zeer interressant!

Dan zou ik de bestaande hoofdstukken op mogen splitsen @englishtchrivy.

Veel leesplezier, fijn dat je het weet te waarderen :-)

@oaldamster ja - daz beter, te lang is wat lastig te lezen :D
voor mij wel hahaha
en de 1ste tag moet wel dutch zijn
volgens ace108 er is een bug voor de tags dus -
er was ook iemand die vroeger hier haar boek deelt en zo deed ze dat ook
doe maar ook
hmmm... 5 paragraphs mischien?