De psychologie van filosofie, esoterie en dogmatiek
De derde fase in menselijke ontwikkeling, net voor liefde, is die van complexe rationaliteit. Het is de fase waar de grote denkers van de wereld zich in bevinden. Het niveau van filosofie en dogmatiek.
De ware filosoof is een stoïcijn: een over wereldse en menselijke zaken contemplerend denker. De ware esoterische Meester, vertelt over wat hij daadwerkelijk en direct, zelf herkent. Psychologie zou ons dit moeten kunnen vertellen, als het het gedrag dat het analyseert zou begrijpen, en een ware priester zou moeten verwijzen naar allen.
Filosofie is een theorie. Een poging om met ingewikkelde formuleringen, zonder herkenning of realisatie van wat is, een beschrijving te geven van dat wat ongezien is door de filosoof. Het is een rationele benadering van de werkelijkheid. Een mentale abstractie van de natuurlijke wezenlijke zoheid die de onmetelijke werkelijke realiteit is. Een zo ingewikkeld mogelijke formulering die eindeloos uitgebreid zal moeten worden, omdat het geheel eindeloos is. Een futiele poging daarom, die de lezer van filosofie mogelijk vastzet in het geloof dat de filosoof iets weet, maar die in werkelijkheid niets ziet.
Esoterie komt van velen die ontdekt hebben dat je door meditatie even onder het “doek” van de realiteit kunt kijken en in verbazing een stukje wezenlijkheid kunt aanschouwen. Vele van die geziene delen zijn opgeschreven. Een Meester houdt je vervolgens het beschreven landschap voor als een gouden wortel van verlichting en eeuwigdurende gelukzaligheid, terwijl hij je tracht de toestand in te brengen waar je zelf iets kunt zien.
Esoterie komt van iemand die zag, maar het wordt je mogelijk gebracht door iemand die zelf niets zag en slechts het landschap beschrijft zoals hij het gelezen heeft in boeken... alsof je het landschap kunt verwezenlijken door erover te horen. Velen doen dat: ze vertellen je over meditatie en al de methodes en technieken, maar gaan volledig voorbij aan wat je wil en waar je bent... En ze geven daarmee te kennen dat ze het óf zelf niet weten óf wel weten, maar je voor de gek houden. In beide gevallen worden ze veelal rijk van je, zonder dat ze je echt helpen te groeien.
Een valse meester verwijst je niet naar jezelf en beschrijft je niet wat er met jezelf gebeurt, waardoor je niet gaat beseffen dat, hoe de valse meesters het beschrijven, het totaal niet werkt. Egoïsch als beide zijn, houdt een valse meester je vast en maakt het van een mens een volgeling van zijn of haar verlichte dogmatische zienswijzen. De ene wil macht en de ander wil kennis, voor hetzelfde doel.
Dogmatiek is een set met leefregels en theorieën die komen van een die weet en ook de waarheid daarover sprak, maar het wordt je gebracht door velen die niet weten. Allen die dogmatisch denken, denken in redeneringen die slechts in boeken staan. Er zijn geen eigen gedachte bij, noch is er iets herkend. Er wordt door een priester geen daadwerkelijk eigen geziene wezenlijkheid verwoord. Het is waarom ze altijd dwepen met “Het Woord” en “Het Boek”, terwijl “het woord” van een ander is, en het lang niet altijd begrepen wordt.
Dogmatiek knevelt je in een keurslijf waar je moeilijk zelf uitkomt, omdat je het aan de hand van oude woorden en verhalen probeert te verwezenlijken, maar je daardoor je eigen wezen niet aanhoort of bekijkt. Je wil het beleven zoals het beschreven staat… en dat kan niet. Alles gebeurt maar één keer.
Voor iedere vraag die ooit is bedacht, heeft dogmatiek wel een antwoord. Voor iedere poging om jezelf te bevrijden, leiden dogmatische regels je terug naar wat er in “Het Boek” staat, waardoor je hetgeen je denkt te zien, opnieuw verwoordt. Je blijft niet bij de wezenlijkheid van jezelf en je kijkt niet waar de verwijzingen naar wijzen, want de woorden worden verkeerd geïnterpreteerd. De verwijzingen gaan op in redenaties die je hoedanigheid niet verstoren, maar slecht in je gedachten thuishoren, als intellectuele kennis.
Voor iedere zienswijze heeft dogmatiek een “terug naar het Woord”-leidende redenatie die je in je geest de beleving geeft dat je nu echt iets weet… terwijl alles wat je dan weet door je zal moeten worden onthouden. Je zal moeten blijven herinneren wat “waar” is en zodra je daarmee stopt of je even niet herinnert wat je “weet”, blijkt… je weet niet wat te doen… want je bent nog steeds blind van jezelf. Je kunt niets zien buiten het herinnerde en de dogmatiek hield je dus onbewust en “wetend”, maar het maakte je niet bewust onwetend.
Dogmatiek is fnuikend, want het vertelt je de ware woorden van een Meester óók: het vertelt je de woorden van een die weet, maar niet hoe je ermee om moet gaan, want dat weet de prediker zelf niet… Dat kan ook niet, want ook al zijn de woorden waarheid, ze waren niet voor jou geschreven, maar voor een andere tijd en een andere mensheid, met een andere leef- en denkwijze. Zoals de woorden tegen je gesproken worden en zoals de woorden worden gebruikt, kunnen de priesters vervolgens achteraf altijd zeggen dat ze het zo niet hadden bedoeld.
Dogmatiek is een goedkoop en misselijk surrogaat om je onbewust te houden en je gebonden te houden aan een kerk of staat of instituut. Je krijgt slechts woorden toegespeeld ter verzachting van je pijn en moeiten, maar slechts om je gemoedsrustig te maken. Dogmatiek is niet eerlijk met de mens, want het laat je leven zonder ogen, maar raakt zo af en toe je hart even aan met de woorden van een ander, zonder dat het je helpt om ogen te groeien.
De twee vormen, filosofie en dogmatiek, zijn redenaties en verhalen die leiden tot het weggeven van je eigen vermogens, terwijl je verloren raakt in de symboliek van je eigen beleving... waarmee je jezelf overgeeft aan de zogenaamde “wijsheid” en zogenaamde “macht” van een ander of een instituut. Ze komen alle twee uit Babylon, waar de Babylonische spraakverwarring vandaan komt, want het is precies dat. Je gelooft hen klakkeloos en slikt voor zoete koek, wat direct voor jezelf beschikbaar is, zonder dat je het zoekt.
Je bent als het ware nog niet wakker en vindt het prettiger om te slapen en anderen voor je te laten denken. Maar de anderen denken ook niet, ze herhalen slechts. Ze zijn slechts op macht en controle belust en ze houden je zo hier. Zo blijven allen onbewust; het is des duivels wat hier op aarde gebeurt: het is niet iets wat siert.
Filosofie tracht iets te begrijpen, maar kan er geen vat op krijgen. De filosoof weet dat hij gelijk heeft, maar komt er vroeg of laat steeds weer achter... z'n filosofie was incompleet. Een filosofie wordt daarom steeds ingewikkelder, om uiteindelijk altijd weer uit te komen bij het punt waar het begon: de filosofie was niet juist, want het was niet compleet. Je hebt er een “naar bevrijding verwijzende redenatie” van meegekregen: een redenatie die maar niet bij het punt uitkomt, waarnaar met de filosofie verwezen wil worden.
Esoterie zegt je een uitgang te kunnen geven en beschrijft daarvoor correct het landschap, zoals je het gaat tegenkomen als je er bent. In je beleving ben je er dan al uit, en het voelt alsof je het landschap kent, maar blijft daardoor net zo goed in de mind. Je hebt daarmee een schilderij van het bevrijde landschap meegekregen en je loopt nu rond alsof je er bent.
En dogmatiek heeft de woorden gehoord, maar het heeft de verwijzing niet begrepen. Het zegt je dat je anders moet leven en het heeft daarin gelijk… vervolgens vertelt het je hoe dat moet, waarna je je leven erop aanpast, maar je gebruikt daarvoor de dogmatisch redenerende hoed, want het staat zo in “Het Boek”. Je kijkt daardoor niet naar de levende, bij wie je die hoed op doet.
Alle drie zijn cerebrale bezigheden en geen ervan is goed. Alle blijven ze in het mentale. De filosofische woorden zijn puur logisch en circulair redenerend… en ook al blijkt altijd weer: het was niet af… het geeft je het idee: “Nu weet ik dat”. De esoterische woorden zijn visueel vergelijkend, en geven je veel overzicht over het landschap. Het maakt dat je hard gaat proberen het te bereiken en ook al blijkt steeds weer: er is niets daar… het geeft je de beleving: “Ik ben er al en zie”. De dogmatische woorden zijn afdwingend conformerend en wijzen altijd terug naar hoe het dogma het verwoordt... maar ook al kijk je niet waar het naar verwijst… je trekt toch het keurslijf aan met daarop de tekst: “Ik ben bevrijd”.
Alle drie verwijzen ze uitsluitend naar zichzelf. De filosofische redenatie is opzichzelfstaand, hoe groot de formulering ook is. Het maakt niet dat je gaat kijken naar jezelf, je blijft denken met de filosofie. De esoterische landschapskaart is slechts in je herinnering aanwezig en geeft je het idee dat je weet waar je bent, zonder te kijken... het helpt je niet met navigeren, daarvoor zou je slechts je ogen hoeven te gebruiken, maar je kijkt via de geschilderde kaart vanuit je geheugen… Je kan zo een heel eind komen, maar uiteindelijk blijkt: er is nog meer en je ziet niets. Met het dogmatische keurslijf, doe je jezelf slechts voor als ziend, terwijl je andermans woorden gebruikt om je mee aan te kleden, zonder ooit gezien te hebben waar ze naar verwijzen.
Alle drie verwijzen naar hetzelfde: jezelf. Ze verschillen slechts in creatieve uiting van de mind waaruit ze voortkomen.
Alle drie zijn waar en onwaar gelijktijdig: ze zijn waar, omdat ze verwijzen naar het juiste, en ze zijn onwaar omdat degene die ze zegt zelf niets ziet... en die persoon, of het nou een filosoof of guru of priester is, kan je dus niet helpen, want ze zijn waarschijnlijk allen even blind. Het zijn alle aparte zienswijzen die verwijzen naar hetzelfde fenomeen, wat ongezien blijft door hen die erover spreken en hen die ernaar luisteren.
Het fenomeen zelf is onmetelijk, onbegrijpelijk en immens. Geen van drieën kunnen het fenomeen raken. Terwijl je zelf helemaal compleet bent zoals je bent, vergeet je telkens weer, het fenomeen is in- en om de levende mens die je zelf bent.
Op een bepaalde manier gezien, zijn alle drie stromen die verwijzen naar de oceaan. Er is maar één oceaan op de wereld en al het water is verbonden met elkaar. Geen rivier stroomt apart hier op de wereld; geen druppel valt zonder doel de zee te worden. Alle zeggen ze iets over de oceaan of stromen naar de zee. Het verschil is: de filosofische woorden beschrijven de deining van het water; de esoterische woorden ogen nat; en de dogmatische woorden schrijven het woord “nat” op je… maar alle zijn zo droog als wat.
De waarheid is dat je niet kunt zien dat je in alle gevallen fantaseert en redeneert en met een beleving denkt… waardoor je niet kijkt naar wie en wat je zelf bent: levend en je eigen persoon.
Wat doen de redenaties van een ander er nou toe? Wat doen de ervaringen van een ander er nou toe? Wat doet een beschrijving van het landschap er nou toe? Wat doet het nou voor je, om je met iemands eigenschappen of zienswijzen aan te kleden? Wat doet het nou voor je, om jezelf bewust te noemen, terwijl je onbewust bent? ...Behalve dan dat al die dingen je aan de voeten en woorden gekleefd laten zijn, van hen die je niet wijzer willen maken, maar wel armer: zowel in monetaire zin, als ook in geestelijke zin; ...behalve dan dat je er je vrije wil voor moet opofferen in overgave; ...behalve dan dat je je eigen kritieke faculteiten te grabbel gooit en je er hooguit wat macht over anderen mee verzameld.
Redeneren zorgt er niet voor dat je het gaat begrijpen. Onthouden maakt niet dat je iets weet. Denken dat je iets weet, komt niet van zien. Zien zorgt er juist voor dat je niet hoeft te denken, onthouden of beredeneren.
Filosofie is mentale kunde en esoterie komt voort uit mentale kunde met ervaring, terwijl dogmatiek doet alsof het ervaring en kunde heeft. Geen van drieën behoeven ze veel aandacht: blijven denken over de dingen maakt je filosofisch op alle manieren; kijkend naar jezelf en daar inzichtelijk worden, maakt je esoterisch, zonder ooit esoterische kennis te hebben gehoord… en anderen zullen zichzelf dan waarschijnlijk dogmatisch met je woorden aankleden.
Filosofie komt van een die op het strand staat en fantaseert over de wonderen in de diepte, en dan de deining van het oppervlak beschrijft. Esoterie komt voort uit iemand die heeft gezwommen met de vissen en daardoor bekend is met de uitgestrektheid van het mysterieuze oceanische landschap. Dogmatiek komt van een die vissers kent, maar het wordt je gebracht door iemand die slechts een visserspak aantrekt, terwijl hij in de woestijn loopt met z'n hengel om eenieder te overtuigen dat hij weet wat er in het water leeft.
Alle drie verkopen ze je iets ongrijpbaars wat eenvoudig door jezelf te beleven is. Je zou kunnen zeggen dat de woorden van Boeddha en Jezus beide esoterisch zijn maar niet filosofisch of dogmatisch. Maar beter zou het zijn om te zeggen dat Boeddha en Jezus levend zijn... en dat filosofie, esoterie en dogmatiek dood zijn. Als je goed naar ze luistert dan begrijp je dat je naar jezelf moet kijken en niet naar hen… Of dat je moet kijken naar waar ze naar wijzen en niet naar het wijzen zelf. Je moet zien.
Terwijl ze zeggen waar je naar kijken moet, luister je naar wat ze zeggen en kijk je niet naar waar ze zeggen dat je kijken moet.
Aangezien “kijken naar jezelf” je inzicht verschaft in hetgeen waar religie over zou moeten gaan: jezelf! ...En er daarmee een gewoon leven overblijft, waarbij je slechts verlost bent van de zware last van redenatie en identiteit, is er geen noodzaak om van filosofische, esoterische of dogmatische werken te lezen, noch is er dan een stroming om te volgen of Meester om te verheerlijken of beeld om te aanbidden of pak om aan te doen. Bewustwording is alles, maar het is helemaal van jezelf en de bewustwordingsstromingen van de wereld, geven slechts aan welke richting de mensheid kiest om langzaamaan naar binnen te gaan: van buiten naar binnen; via het lichamelijke naar het mentale naar het emotionele naar het etherische… en verder.
Zowel de filosofische, als ook de esoterische, als ook de dogmatische woorden, zijn redenaties die tot niets anders leiden dan het binden van je mentale faculteiten aan een zienswijze, persoon of instituut. Vele zullen hun levens erin verkwisten en verkwanselen, om aan de voeten te zitten van één die complex beschrijft, waar je ook eenvoudig mee kunt zijn. Of om te luisteren naar iemand die de woorden van een ander herhaalt, om net te doen alsof die weet. Of om te luisteren naar iemand die je vertelt over het landschap, waardoor je je tijd besteedt met het bestuderen van een esoterische kaart die je niet nodig hebt zodra je ogen hebt: om je een landschap te beschrijven waar je zonder ogen nooit komt, waardoor je bezig bent met het bestuderen van iets, maar je jezelf ondertussen niet oplost en je dus nooit daar aankomt, waar je over aan het leren bent. Geen van alle vertellen je dit, want dan ben je er weg…
De (M)(m)eesters filosofisch, esoterisch en dogmatisch, houden je aan het lijntje en vertellen je de complexheid van het wonder, en het wondermooie van het landschap en zelfs onnatuurlijke wonderen, maar ze vertellen je niet de waarheid van wat ze weten, veelal zelfs als ze het weten… of anders zijn ze je kwijt.
De echte Meesters verwijzen je altijd naar jezelf, daar kun je ze aan herkennen.
Filosofie is een rationele redenatie als afgeleide van de werkelijkheid. Je kan je er doorheen redenen om weer uit te komen bij het begin. Filosofie is logisch.
Esoterie is een beschrijving van de wezenlijkheid zoals ooit door iemand gezien, die je verkocht wordt alsof je het daarmee kan verwezenlijken, terwijl je nooit hetzelfde gaat zien. Je gaat dan hard proberen het zo te realiseren, maar je komt er zo nooit aan. Esoterie is visueel.
Dogmatiek is overgenomen van een die de waarheid over je sprak, waarvan je vindt dat je het moet naleven. Dogmatiek is aankledend.
Geen van drieën verlaat je geest of laat je aldus naar jezelf kijken.
Ze worden alle gebruikt door oplichters, spirituele zwendelaars en machtswellustelingen. Het is geen eerbetoon aan de mensheid, om de ongrijpbaarheid van het mysterie dat je bent, in de vorm van eeuwig voortdurende bereikbaarheid te presenteren en het te verkopen als een beschrijving van directe mogelijkheid, zoals herkend en gerealiseerd, of beredeneerd, verzonnen of geloofd, door degene uit wiens mond het komt… maar in werkelijkheid door slechts een enkeling in z'n leven wordt bereikt, ondanks de vele egoïstische powertrips van de velen die het claimen.
Filosofie, esoterie en dogmatiek, bestaan alle in het derde “niveau: het niveau van van uitbreidende complexiteit… Esoterie beschrijft “het”, in een poging te tonen wat “het” is, vanuit de wezenlijke kant van het leven. Filosofie poogt dat ook, maar doet dat vanuit de mind, zonder iets te hebben gezien. En dogmatiek schrijft je voor hoe “het” is, zodat je er volgzaam aan bent.
Esoterie ziet iets, maar noemt het een mysterie. Filosofie voelt iets, maar kan er net niet bij. En dogmatiek zegt je slechts dat het iets weet en laat je er dan naar leven.
Oh, om ook waarheidsgetrouw te zijn, naast een leven dat niet alleen voor eigen gewin is, is een toevoegend attribuut wat in de “groten der aarde” zo weinig is gezien. Om zelfopofferend te zijn, vergevend en rechtschapen... en dat universeel. Eenheidsgericht in saamhorigheid en Hemels genadig. Om zo te zijn in hoedanigheid, maakt het je paradijselijk gevend… Toelatend en behoefteloos is er gewoon te veel.
Links:
De Waarheid
book: https://www.bol.com/nl/p/de-waarheid/9200000073003093/
ebook: https://www.bol.com/nl/p/de-waarheid/9200000075577107/